De tweede zaterdag van september, is de jaarlijkse 100km van Winschoten. Heb al paar jaar niet meegedaan, echter dit jaar wel initieel op het programma staan, maar een combinatie van factoren (tijd, motivatie en klierende achillespees) zorgt ervoor dat ik niet de trainingskilometers maak die ik noodzakelijk acht. Om niet de hele dag licht chagrijnig naar de livestream te kijken, zoek ik een alternatief.
Dat alternatief komt er in de ¼ triatlon van Ten Boer. 1km zwemmen, 40km fietsen en 10km hardlopen. Als ik mij wil inschrijven, blijkt het vol te zitten, maar ik vraag of ik op de reservelijst mag. Een week voor de start stuur ik nog een mail naar de organisatie en er blijkt een plekje vrij gekomen te zijn, ik mag meedoen!
Enig nadeel is dat ik sinds het behalen van mijn diploma A niet meer gezwommen heb. Maar ik zit wekelijks bij de zwemles van mijn kinderen, dus de theorie is helder. Verder kijk ik nog wat instructie filmpjes op YouTube, en dat moet het maar zijn. In een week leren zwemmen is sowieso te kort, maar bereid me wel voor hoe ik de wissels wil doen. Ik besluit voor comfort te gaan, en na elk onderdeel om te kleden.
Zo sta ik zaterdag 9 september 2023 aan de rand van het zwembad. Het is gelukkig warm weer, want ik ben een koukleum en dat altijd te koude water is een van de redenen dat ik niet van zwemmen hou. Er zijn 50 deelnemers en we zijn in twee groepen ingedeeld (anders past het niet in het zwembad) en ik zit in de tweede, dus ik kan eerst mooi een halfuur kijken hoe anderen zwemmen en wisselen.
Dan ben ik aan de beurt, en ik heb geen idee wat ik moet verwachten. Ik heb wel bedacht dat ik bij elk keerpunt mij goed wil afzetten, krachtig en zo gestroomlijnd mogelijk door het water, dat bespaard energie die ik met de armen moet leveren. Vooraf diende de verwachte eindtijd op het zwemonderdeel opgegeven te worden, zodat zwemmers van gelijke snelheid bij elkaar in de baan zitten. Ik ben met nog 10 anderen in het bij-bad ingedeeld, een veredelt kinderbad. Aan 1 kant is het vrij diep, maar aan de andere kant maar een meter diep kom ik na een paar baantjes achter. Zo kan ik daar na het (zo krachtig mogelijk😊) keren, nog steeds staan en zet ik mij nog een keer op de bodem af. Zal mogelijk niet geheel volgens de regels of ethiek van het zwemmen zijn, maar dit is gewoon overleven. Ik hoor met nog 3x op en neer, dat over 5 minuten het bad leeg moet zijn, voor de start van de 1/8 triatlon zwemmers. De vernedering van het vroegtijdig het zwembad moeten verlaten blijft mij bespaard want ik mag mijn 40 baantjes uitzwemmen. Pfff dat hebben we ook weer gehad. Het blijkt dat je officieel niet via het laddertje uit het bad mag klauteren, maar de jury knijpt een oogje dicht. Ik blijk niet eens de laatste te zijn, want er zijn nog minstens twee anderen aan het zwemmen.
Het wisselen gaat uiteraard niet bijzonder snel maar volgens planning. Afdrogen, zwembroek uit, onder- & fietsbroek, sokken en schoenen aan, helm op en gaan. 4x een rondje van 10.5km. Ik ben de enige die niet op een racefiets is, maar op mijn veredelde stadsfiets (nou ja, sportief citybike model). Heb de dag ervoor ketting schoongemaakt en banden goed opgepompt, dus daar kan het niet aan liggen. Het gaat ook goed, ik trap een beduidend zwaarder verzet (geen idee wat) dan ‘normaal’ en met (de haast niet aanwezige) wind tegen schakel ik eentje terug. Fiets like there is no running. Over de totale afstand is mijn gemiddelde boven de 30 km p/u, nog nooit zo’n afstand in deze snelheid gefietst.
Dan is het weer wisseltijd, ik doe mijn loopbroek aan maar hoef geen schoenen te wisselen (want ja, geen klikpedalen) dus ben vrij snel weer weg voor het mij bekende onderdeel. De overgang van fietsen naar hardlopen schijnt vrij ‘vervelend’ voor de benen te zijn, maar het valt mij mee (ook bij het fietsen de laatste kilometer iets lichter verzet gereden) De eerste kilometer gaat in 4:30, de snelheid die ik ook ongeveer verwachte. Na ruim een kilometer ben ik al bij iemand die ik uit de wisselzone zag vertrekken toen ik binnenkwam. Het is uiteraard warm (28-29 graden), maar ik kan er goed mee omgaan. 5x hetzelfde rondje van 2km. Ik haal regelmatig mensen in maar door de verschillende starttijden en aantal rondes heb ik geen idee op welke plaats ik loop. Het is ook niet belangrijk, het gaat goed en probeer de kilometers onder de 4:30 te houden. Dit lukt redelijk en zo kom ik na 2 uur en 40 minuten bij de definitieve finish. Vooral door het fietsen sneller dan verwacht.
Dan terug naar de wisselzone, spullen pakken en weer rustig naar Groningen fietsen. Mooie ervaring!
Uitslag: Plek 24 (van de 50) https://sportrecreadetenboer.nl/uitslag-triatlon-ten-boer-2023/
Nog meer foto’s: https://sportrecreadetenboer.nl/fotoboek/fotos-triatlon-ten-boer-2023/
One response
Ow, ow, ow. Wat lees ik nu.
Zwemmen? Het is dat je het niet in Bacardi Lemon doet, dan was je nog verder gezonken. Maar toch.
Zwemmen doe je op de camping op vakantie, maar toch niet als sport? Tsja, van iemand die eerder al semi-professioneel de moeder aller campingsporten (badminton) beoefende had ik dit natuurlijk kunnen verwachten.
En dan ook nog op een website over hardlopen, met als tag ‘loopverslag’. Wat moeten die arme lezers van jouw blog wel denken?
Ik ben een soort Dokkumer Molen, want combineer mijn knieblessure met een zeurende Achillespees. Maar zelfs nu waag ik mij niet aan zwemmen.
De goede lezer begrijpt natuurlijk wel waarom: ik zou die 40 baantjes nooit en te nimmer op tijd hebben afgelegd. Echter, diepe bewondering voor iemand die dat wel doet zal ik niet hardop uitspreken.
Hopelijk zien ze je volgend jaar weer in Winschoten Lutje 🙂
De Dokkumer Molen
Lekker bezig! Leuk om op je stadsfiets (als een verdwaalde fietser) op het parcours een aantal wielrenners in aerodynamisch kostuum er uit te fietsen. En voor het zwemmen de komende tijd nog effe goed opletten bij de zwemlessen van Yori en Melle. En misschien hebben zij nog tips voor je 😉
De Poort
Geachte heer Van der Molen,
Zodra er een sport uitgevonden wordt waarmee je heel hard met “ de arms” als een Molen moet zwaaien en dan opstijgt, dan beheerst u deze waarschijnlijk ook binnen het kwartier.
Uw stalen ros, dat moet dateren uit een tijdperk dat er nog met Hollandsche florijnen afgerekend werd of wellicht zelfs uit de tijd van het feodale stelsel. Het is dat u het molentje de avond te voren heeft ingevet, maar de aërodynamica van dat fietscrossstuur dat had Jan Jansen in ‘68 al gestroomlijnder voor elkaar. Het valt mee dat er geen kinderzitje op gemonteerd zat!
En dan de sport waar de witte Grinse Keniaan niet meer gemotiveerd zou zijn, maar dat zo diep in de genen zit, dat hij daar als de wieken van de meul zo hard zijn rondes liep, dat het schavot in zicht was.
En eenmaal over de finishlijn liep hij net als de bakker uit Veendam destijds nog even 32 km en 195 meter uit, om de moeder aller sporten recht in de ogen aan te kunnen blijven kijken.
De knie