Over de vorige edities van de 112 km Petranpad hoor ik goede verhalen, dus besluit ik me dit jaar in te schrijven. Het is (school)vakantie, dus huren we met het hele gezin een huisje in Duitsland, niet ver van de loop in Noord-Limburg. De dagen ervoor is het ronduit warm – prima voor vakantie – maar gelukkig is het op zaterdag, de runday, iets koeler.

De start is om vijf uur, dus het is voeg opstaan en hoofdlamp mee. Ondanks dat ik me als een van de laatsten uit de schuur begeef en met de tachtig andere deelnemers naar de start wandel, blijk ik gek genoeg vooraan te starten. Het is meteen singletrack, dus ik loop even met de eerste groep mee. Maar zodra het pad breder wordt, is dat voorbij en word ik meteen door een stuk of vijftien mensen ingehaald.

Ik loop met Arjan M. – we hebben hetzelfde tempo en het is gezellig. De verzorgingsposten (VP’s) zijn ongeveer om de 15 km. Vlak voor de eerste moeten we door een stuk met brandnetels; geen pretje, maar ik overleef het.

Daarna gaat het weer bijzonder lekker. We kletsen stug door en zonder dat ik erop let, zijn we al bij VP2. Dan weet je dat het goed gaat: niet letten op tijd of kilometers, maar gewoon lopen.

Bij VP3 hebben we de eerste marathon erop zitten, en het is pas half tien. Het voelt wel veel later door het vroege opstaan en het zonnetje, dat al nadrukkelijk aanwezig is.

Door naar VP4 op 56 km – hier ligt mijn dropbag met sportdrank. Handig dat ik die heb meegenomen, want die is er niet bij de VP’s. Wel cola, sinas, bouillon, banaan, cake en zelfs vlaai. Tot halverwege zien we regelmatig andere lopers en komen we bij de VP’s steeds dezelfde gezichten tegen. Langzaam begint het lopen wel meer werk te worden, en de praatjes worden wat minder. We houden een redelijk tempo aan. De ondergrond is afwisselend: gras, grind, singletracks, heuveltjes, bos, zand en af en toe asfalt. Tot het einde houden we op de makkelijke stukken regelmatig kilometertijden onder de zes minuten.

Richting VP5 op 74 km komen we nog maar weinig lopers tegen. Ook bij de verzorgingspost is het rustig. Het weer is iets betrokken, en de wind iets aangetrokken. Ik kijk voor de zekerheid even op buinradar, en zie dat de rode pixels net een stukje zuidelijker zijn.

Bij VP6 op 86 km staat mijn familie als support crew – gezellig om ze even te zien. Ook al besteden we in totaal een uur op de verzorgingsposten, het voelt altijd kort. Even zitten, wat eten en drinken, de tas weer in orde maken, en alles wat verder nodig is om aan de volgende etappe te beginnen.

Onderweg naar VP7 op 101 km krijg ik ineens extra pijn aan mijn grote teen. Bij VP1 heb ik die al ingetapet; waarom precies is onduidelijk, maar er ontstond al vrij snel blaarvorming. Bij de vp is mijn support crew er weer; ik laat nog even naar mijn voet kijken. De blaar lijkt gebarsten – dat heb ik waarschijnlijk gevoeld. Een extra pleister erop en weer klaar om te gaan.

VP8 is maar 6 km verder, en daarna is het nog maar 4 km naar de finish. Dat zijn behapbare stukken. Arjan doet veruit het meeste kopwerk. Ik heb geen noemenswaardige pijntjes en zit er niet compleet doorheen (al voel ik me natuurlijk wel redelijk gesloopt), maar blijf toch wat achter en kan het niet opbrengen om echt door te lopen. Dat doet misschien ook geen recht aan de situatie, want we houden nog steeds een relatief hoog tempo aan. Af en toe wacht Arjan even. Hij heeft goede benen, maar een wat lastige maag. Dus als hij daarmee bezig is, wandel ik een stukje. Zo komen we aan bij de laatste VP, waar we nog even gaan zitten – maar niet te lang, want we kunnen de stal ruiken.

De laatste kilometers gaan voorbij en dan komen we na 12:45 weer bij de finish – achteraf blijken we als nummer 7 en 8 te zijn geëindigd. Het was een gezellige dag, in een mooie omgeving. Maar we hebben ook iets te veel geracet om de omgeving de aandacht te geven die het eigenlijk verdient.

Categories:

Tags:

No responses yet

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *